Terugblik op een verwoesting

Deze tekst schreef ik exact een week geleden toen ik met de TGV op de terugweg was vanuit Nice naar huis:

Een kiosk vol memorabilia: elk stukje tekst, elke tastbare herinnering die is overgebleven, grijpen je naar de keel en maakt je toch minstens één moment stil

Een kiosk vol memorabilia: elk stukje tekst, elke tastbare herinnering die is overgebleven, grijpt je naar de keel en maakt je toch minstens één moment stil. (c) Foto: Nico Callens

Nice, 2 maanden na de aanslag die niemand begrijpen kan. Weliswaar minder impressionant dan die andere grote aanslag in New York op 9/11 en ook van een totaal andere aard dan die aanslagen in november vorig jaar in Parijs of in maart in Brussel. Maar toch een aanslag die tot de verbeelding blijft spreken. Hoe krijgt iemand het in Gods naam in zijn hoofd om met een zware vrachtwagen gedurende zowat een kilometer op een mensenmenigte in te rijden en dit nadat eerst enkele politieagenten met een list verschalkt te hebben en zo een voor het verkeer afgesloten zone binnen te rijden ?

En was het toeval of een vorm van psychologisch doorzicht dat het mijne ver overtreft ? Feit is dat het tijdstip van de aanslag uitermate goed was uitgekozen. Was die Mohamed Bouhlel met zijn vrachtwagen 10 minuten eerder geweest, dan was hij de afgeschermde zone onmogelijk kunnen binnenrijden. Maar neen, hij wachtte netjes af tot het vuurwerk was afgelopen en de aandacht van de politiemensen enigszins was afgezwakt, opgelucht dat ze waren dat tot dan de viering van de nationale feestdag niet door terroristen of ander gespuis was verstoord.

Maar het leven gaat zijn gewone gang. Jan-met-de-Pet heeft niet te tijd om al te lang bij dit alles te blijven stilstaan. De kiosk met gedenkkransen en andere memorabilia op het Albert I-plein en de dito plaats vlakbij het strand getuigen welisweer van het leed en de verwoestingen (van mensenlevens) die daar zijn geschied en doet vooral toeristen even stil staan bij wat daar is gebeurd en doen ook even naar het hart en/of de keel grijpen, maar ook deze momenten van ingetogenheid kunnen niet blijven duren.

Maar toch, ook andere beelden zijn blijven kleven, zoals bv. die kinderwagen die op de middenberm van de Promenade des Anglais aan een boom is gebonden of ook de kaarsjes, bloemen en pluches die even verderop  op dezelfde middenberm hetzelfde lot zijn beschoren.

Gaat het leven voor het gros van de mensheid gewoon verder, voor zij die rechtstreeks betrokken zijn geweest bij de aanslag, hetzij als slachtoffer hetzij als nabestaande, is het wel even anders. Voor die mensen is het leven niet meer als voorheen en nog veel meer dan iemand anders blijven zij met dè levensgrote vraag zitten: WAAROM ?

En dan is er de vraag hoe wij als samenleving met een gegeven als blind terrorisme omgaan of moeten omgaan. Ook in het verleden hebben wij in ons land en in Europa met terreur te maken gehad, al is dat ook enige tijd geleden. De linkse terroristen Carette en C° die in ons land met hun CCC (Cellule Communiste Combatante, 1984 – 1985) met hun bommen het land onveilig maakten, kozen in de eerste plaats materiële doelen uit en verontschuldigen ze zich bijna toen ze in Brussel ‘quasi per ongeluk’ in de  vorm van een brandweerman een lichamelijk slachtoffer maakten.

En zowel de bommen van de IRA en van de Libische terroristen, evenals de kidknappingen van de linkse Bader Meinhoff-groep (Rote Armee Fraktion, 1970 – 1998) leken toch maar ver van ons bed, terwijl ondertussen de grote wereld zoveel dichterbij is gekomen en de aanslagen van de jongste tijd veel dichter bij ons bed, voor zover niet vlak naast ons bed, bevinden.

Blijft de vraag hoe we als samenleving met dergelijke vormen van geweld en terreur omgaan en willen omgaan ? Willen we de richting uit van Israël waar ze door decennialang soortgelijk geweld dermate getraumatiseerd en door tunnelzicht getroffen zijn dat ze achter elke palmboom een Palestijnse terrorist zien en eenieder die ook maar een greintje sympathie betoont met het lot en het leed van zijn die vervloekte Palestijnen (en waarvan er toch ook een groot deel evenzeer aan tunnelzicht leiden) als staatsgevaarlijk gaan bestempelen ?

Blijft de vraag hoe we als samenleving met dergelijke vormen van geweld en terreur omgaan en willen omgaan ? Willen we de richting uit van Frankrijk waar zowel links (Hollande) als rechts (Sarkozy) evenals zovelen anderen Frankrijk beschouwen als een land in oorlog en met in de rug de hete adem van populisten heel hard de richting van een politie- en legerstaat inslaan ?

Bij het bestrijden van terrorisme is dergelijk vertoon van politie en leger goed zichtbaar, wat voor politici blijkbaar een geruststellende gedachte is omdat ze daarmee aan het grote publiek kunnen tonen dat ze actief met het probleem bezig zijn. Het werk dat er hem echter toe doet, het stille info- en recherchewerk dat er effectief voor zorgt dat aanslagen verijdeld worden en terroristen kunnen worden ingerekend, blijft echter onder de radar en is dan ook flink wat minder mediageniek en minder dienstig voor populisme.(*)

Het grote probleem is dat we omwille van onze echte of vermeende veiligheid maar al te snel laks dreigen te worden inzake de zo moeizaam verworven vrijheden zoals vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging, bescherming van de privacy, … dreigen te willen opgeven. Maatregelen die wel goed bedoeld kunnen zijn, maar die wanneer men het gat daarvoor te groot maakt en waarbij dat gat te laks wordt bewaakt, de normen gaan vervagen en allerlei instanties in naam van de overheid dat gaat naar eigen goeddunken en vermogen dat gat zonder al te veel controle van bovenaf gaan invullen. Waarmee we dan alweer veel te snel de werking van de Israëlische staat dreigen te gaan kopiëren.

Voorwaar geen gemakkelijk thema waarbij niemand kan pretenderen dè ultieme en ideale oplossing in petto te hebben. Maar ook geen situatie waarbij we bij het bewaken van onze veiligheid elke kritische ingesteldheid gaan verliezen en zelfs elke kritische stem in de kiem gaan smoren. En ook al is het publieke debat met zijn woord en wederwoord de jongste jaren al te oppervlakkig, populistisch en zelfs racistisch is geworden, toch blijft een dergelijk debat met argumenten voor en tegens meer dan nodig. Maar vooral mogen we daarbij de nuance en de empathie voor de argumenten van de anderen daarbij niet uit het oog verliezen.

 (*) De eerlijkheid dient gebiedt er bij te vertellen dat men in Frankrijk niet alleen héél sterk inzet op de aanwezigheid van politiek en leger in het straatbeeld maar dat ook daar achter de schermen heel wat werk wordt geleverd om aanslagen voor te blijven.

Deel dit op:

Dit bericht is geplaatst in Samenleving. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.