Corona-virus kent ook in Echternach geen genade
Omdat de veiligheidsafstand tussen de deelnemers niet kan worden gerespecteerd en omdat er heel wat risicogroepen deelnemen aan de jaarlijkse Willibrordus-processie, is er in Echternach dit jaar op 2 juni geen processie. Sinds 2010 is deze processie opgenomen in de UNESCO-lijst met immaterieel werelderfgoed. Het is echter voor het eerst sinds 300 jaar dat de processie niet kan uitgaan. De processie is echter niet alleen een religieus gebeuren maar ook een toeristisch evenement. Het schrappen van de processie is dan ook een flinke streep door de rekening van de plaatselijke horeca en handelaars.
Minder is geweten dat in het Luxemburgse grensstadje jaarlijks drie processies doorgaan maar de Willibrordus-processie is op de dinsdag na Pinksteren, met telkens tussen de 10.000 en 12.000 bedevaarders uit zowel het Groothertogdom als uit het Duitse Rheinland-Pfalz, duidelijk de bekendste en de grootste.
De processie start rond 9 uur in de tuin van de voormalige abdij. Achter groepjes muzikanten vormen zich telkens enkele tientallen rijen van 5 personen, die zich met elkaar verbinden door het uiteinde van een witte zakdoek vast te houden. Via een route door het dorp gaat het richting Sint-Willibrordusbasiliek, waar de processie passeert aan de graftombe van de patroonheilige die in 698 in het Luxemburgse stadje een abdij stichtte.
Het is niet precies geweten wanneer de processie voor het eerst uitging maar vermoed wordt dat de processie dateert van kort na de dood van Willibrordus. Willibrordus liet het leven in Echternach op 7 november 739.
Reeds kort na zijn dood werd hij heilig verklaard waarop zich al spoedig pelgrims zijn graf kwamen bezoeken. In documenten uit de 15de eeuw is er in elk geval reeds sprake van een Willibrordus-processie. Sommige geschiedkundigen zien de spring- of dansprocessie als de voortzetting van een heidens ritueel, anderen vermoeden een verband met het imiteren van epilepsie, een ziekte waarvoor de hulp van Willibrordus wordt aanroepen.
Er heerst echter een groot misverstand want van 2 stappen voorwaarts en 2 stappen achterwaarts, is allang geen sprake meer en is er misschien zelfs nooit sprake geweest. Wel maakt men tijdens deze ‘springprocessie’ zijdelingse sprongen waarbij men maar traag vordert.
De mythe over de 3 stappen voorwaarts en 2 stappen achterwaarts zou ontstaan zijn toen historicus en jezuïet Jean Berthollet in 1743 een boek schreef over de geschiedenis van Luxemburg. Deze versie van de feiten is daarna herhaaldelijk overgenomen waarna ze een eigen leven ging leiden. Maar reeds in een boek over de processie dat in 1790 verscheen, is er ook sprake van 4 stappen naar rechts en 4 stappen naar links zodat er twijfel is of er ooit effectief 3 stappen voorwaarts en 2 stappen achterwaarts werden gezet.
Het is voor het eerst sinds 300 jaar dat de processie niet kan uitgaan. Uit een geschrift uit 1711 blijkt dan de processie toen werd geschrapt wegens ‘endemische ziekten’. In 1866 zou de processie ondanks de heersende cholera-epidemie toch zijn uitgegaan, ondanks het feit dat de grenzen met Duitsland werden gesloten en enkel Luxemburgse pelgrims aan het evenement konden deelnemen.
Zelfs tijdens de Eerste Wereldoorlog vond de processie plaats en alhoewel tijdens de Tweede Wereldoorlog de processie door de Duitse bezetter in 1941 werd verboden, organiseerden een handvol pelgrims een stiekeme versie in de basiliek. Zeven van hen werden later gearresteerd en pas in 1945 kon de processie weer normaal plaatsvinden. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog verliep de processie in zeer moeilijke omstandigheden, te midden van de ruïnes en op door bombardementen verscheurde paden.
Voor de handelaars, restauranthouders en hoteliers is er de teleurstelling dat reeds 8 weken voor datum de processie wordt geschrapt. Er werd op het evenement gerekend om te kunnen opstarten na een door het virus verlengde winterstop en dit terwijl het toerisme in het Groothertogdom zich reeds jarenlang in een crisismodus bevindt. Een hotelier schat zijn omzetdaling op 15.000 euro per maand.
(c) Nico Callens