Hoe ver kan men naar het verleden teruggrijpen om acties in het heden te verrechtvaardigen ?

Om zijn acties in het heden te verrechtvaardigen en om de ondeelbare band tussen Oekraïne en Rusland aan te tonen, grijpt Poetin terug naar het oude Kiev(Russische) Rijk, een Oost-Slavisch vorstendom uit de 9de eeuw. Wat mij doet terugdenken aan een gesprek dat ik ondertussen jaren geleden had met wijlen de heer J. Pottelberge, de toenmalige perfect tweetalige voorzitter van de Komense heemkundige kring.

Ik herinner het me nog goed: we stonden aan de uitgedroogde restanten van wat vroeger het kanaal Ieper – Komen was. Kanaal dat destijds uitmondde in de Leie en dat de vroegere economische (en culturele) band tussen Komen en Vlaanderen illustreerde.

Ondertussen zit Komen duidelijk in de Waalse invloedssfeer. Sinds in 1962 de taalgrens werd vastgelegd, is als gevolg van pasmunt voor Voeren, Komen een Waalse enclave in het Zuiden van de provincie West-Vlaanderen.Ten zuiden van Komen loopt de Leie en eens daar de brug over, zit men in Frankrijk. M.a.w.: langs geen enkele zijde grenst Komen ook maar aan Wallonië.

Tot het vastleggen van de taalgrens behoorde Komen, samen met Moeskroen, tot West-Vlaanderen, en dus ook tot Vlaanderen. Net zoals dat in de andere faciliteitengemeenten het geval was en is, waren er ‘faciliteiten’, in dit geval voor Nederlandstaligen, wat inhoudt/inhield dat Nederlandstaligen in het Nederlands moeten terecht kunnen bij de gemeentelijke administratie. Maar in tegenstelling met de faciliteiten voor Franstaligen in bv. de Vlaamse rand rond Brussel, bleven deze faciliteiten in Komen dode letter.

Het is ondertussen in Komen al jarenlang heel erg rustig, maar bv. in 1979 leidde dit tot rellen omdat het gemeentebestuur weigerde om te te voorzien in Nederlandstalig onderwijs (cfr. YouTube filmpje hierna). De wet voorziet namelijk dat de gemeentebesturen van de faciliteitengemeenten onderwijs voor ‘de minderheid’ moet voorzien indien 16 ouders daarom verzoeken. Het toenmalige gemeentebestuur weigerde namelijk de petitie te aanvaarden van de ouders die om een Nederlands schooltje verzochten.

Het geschil leidde tot een arrest door de Raad van State, die in december 1979 de petitie van de ouders als wettelijk erkende, waarna de school er kon komen. Maar ook dat verliep niet zonder de tegenwerking van het toenmalige gemeentebestuur: het door de wet verplichte schooltje werd ondergebracht in een berghok…

Uiteindelijk stelden verzekeringsmaatschappij Noordstar en Boerhave ‘Huize Robrecht van Kassel’ ter beschikking van de nieuwe school zodat, met Vlaams geld, het schooltje een volwaardig onderkomen vond. Het schooltje, dat met een discrete vingerwijzing ‘De Taalkoffer’ werd genoemd, opende in september 1980 zijn deuren.

Foto: De Taalkoffer

Toch was dit nog niet het einde van dit verhaal. Kort na de opening van het schooltje kregen zowel ouders als leerkrachten vanuit het Franstalige kant heel wat te verduren : hun huizen worden beklad, ze krijgen dreigbrieven, ze worden uitgescholden… Pas nadat RTBF een uitzending met de titel “Les Sorcières de Comines“(de heksen van Komen), wijdt aan deze wantoestanden en er een veralgemeende boosheid is over zoveel haat, kalmeren de gemoederen, schrijft De Taalwijzer daarover in haar historiek van de school.

Ondertussen is de grimmigheid uit de RBF-reportage verdwenen en heerst er, mede ook door de verdraagzaamheid van de aanwezige Nederlandstaligen, rust in Komen. De faciliteitengemeente is ondertussen in een belangrijke mate verder verfranst en weinig doet nog vermoeden dat er hier zowat 40 jaar geleden nog zoveel tumult was.

Maar waar bij het opstarten van het schooltje nog de vrees bestond dat het schooltje over voldoende leerlingen zou kunnen blijven beschikken om te kunnen verder bestaan, is De Taalkoffer nu een bloeiend schooltje met meer dan 100 leerlingen, waardoor het schooltje nu kampt met een gebrek aan ruimte.

Tot hier het verhaal van het Nederlandstalige schooltje in Komen, wat me dan terugbrengt bij het uitgangspunt van deze tekst.

Toen we daar in Komen aan de uitgedroogde resten van het voormalige kanaal Ieper – Komen stonden en daaarmee werd verwezen naar de zowel economische als culturele verwevenheid met Vlaanderen, ontlokte dat bij mij de vraag of de claim van de culturele claim van de Franstaligen wel terecht was. Wat dan bij wijlen de heer Pottelberge leidde tot de volgende gevleugelde woorden: “Wanneer men maar ver genoeg gaat naar het verleden, vindt men altijd wel iets om een historische claim te verrechtvaardigen”. Want wanneer we in Komen terugkeren naar een nog verder verleden, komen we opnieuw bij dee Franstaligen uit.

Waarmee we naadloos aanbelanden bij de historische claim van Poetin over Oekraïne.

Deel dit op:
Dit bericht is geplaatst in Samenleving. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.